BelastingenAdviserenOpleiden

Invorderingsrente in 2024

Actualiteit02 januari 2024Gewijzigde percentage voor het vorderen en vergoeden van invorderingsrente. De Belastingdienst brengt belastingrente in rekening als de Belastingdienst een aanslag niet op tijd heeft kunnen vaststellen, bijvoorbeeld omdat te laat aangifte is gedaan. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds het percentage van de belastingrente voor de vennootschapsbelasting (Vpb), de bronbelasting (BB) en de solidariteitsbijdrage en anderzijds het percentage van de belastingrente voor overige belastingen.

Het in rekening brengen van invorderingsrente.
De Belastingdienst brengt belastingrente in rekening als de Belastingdienst een aanslag niet op tijd heeft kunnen vaststellen, bijvoorbeeld omdat te laat aangifte is gedaan. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen enerzijds het percentage van de belastingrente voor de vennootschapsbelasting (Vpb), de bronbelasting (BB) en de solidariteitsbijdrage en anderzijds het percentage van de belastingrente voor overige belastingen.

Invorderingsrente is een belastingschuldige verschuldigd op het moment dat een belastingschuld of -vordering reeds is geformaliseerd in een aanslag, maar de betaling daarvan na de wettelijke betaaltermijn plaatsvindt. Kort gezegd wordt er dan rente in rekening gebracht vanwege een te late betaling door de belastingschuldige. Zie hiervoor art. 28, eerste lid, IW 1990. Ook wordt invorderingsrente in rekening gebracht in de meeste gevallen waarin een aanslag niet binnen de wettelijke betaaltermijn is voldaan en de Ontvanger deze aanslag met een uit te betalen bedrag verrekent.

Met betrekking tot het percentage van de invorderingsrente gold dat deze aansloot bij het percentage belastingrente voor overige belastingmiddelen. Tijdens de COVID-19-pandemie is deze koppeling echter losgelaten. Hiertoe is overgegaan om ondernemers die gebruikmaakten van het tijdelijk versoepelde uitstelbeleid dat in verband met de uitbraak van COVID-19 is ingesteld, niet te confronteren met hoge rentelasten. Omdat COVID-19 voor veel belastingplichtigen resulteerde in niet-tijdig betaalde belastingschulden, is het percentage invorderingsrente gedurende lange tijd verlaagd. Per 23 maart 2020 kwam het percentage van de in rekening te brengen invorderingsrente 0,01% te bedragen, waarna dat stapsgewijs werd verhoogd. Zie hiervoor de Verzamelspoedwet COVID-19.
In de regel volgen de lokale overheden het percentage van de invorderingsrente van De Belastingdienst. In een besluit of een Uitvoeringsregeling belastingen wordt dan een bepaling opgenomen dat het rentepercentage van de Belastingdienst van toepassing zijn. De percentages voor het in rekening brengen en te vergoeden invorderingsrente van de Belastingdienst gelden dan automatisch.

Per 1 juli 2023 is het percentage dat wordt toegepast bij het in rekening brengen van invorderingsrente verhoogd van 2% naar 3%, en per 1 januari 2024 zou aanvankelijk weer worden aangesloten bij het regime dat gold voorafgaand aan de tijdelijke verlaging. Dit betekent dat het percentage invorderingsrente vanaf dat moment weer gelijk zou zijn aan de wettelijke rente voor niet-handelstransacties met een wettelijk minimumpercentage van 4% (net zoals bij het percentage van de belastingrente voor de overige belastingmiddelen het geval is).
De wettelijke rente is sinds 1 juli 2023 6% voor niet-handelstransacties. Vanaf 1 januari 2024 is de wettelijke rente voor niet-handelstransacties 7%. Ten aanzien van de invorderingsrente en overige rente voor toeslagen is het kabinet van mening dat de aard van de toeslagenschuld en de aard van de toeslagendoelgroep een andere benadering (en dus een lager percentage) rechtvaardigt. Er is echter gebleken dat differentiatie tussen de invorderingsrente voor toeslagen en de invorderingsrente voor belastingen voorlopig onuitvoerbaar is. De Belastingdienst gaat namelijk over op een nieuw inningssysteem en een aanpassing in het oude systeem is dan niet meer mogelijk. Deze realiteit heeft ertoe geleid dat het kabinet heeft besloten om het percentage van de invorderingsrente voor alle middelen (dus zowel voor toeslagen als voor belastingen) voor nu te bevriezen op 4%.

Zoals eerder opgemerkt sluiten lokale overheden bij het in rekening te brengen invorderingsrente zich aan bij het percentage dat geld voor de overige belastingen van de Belastingdienst: per 1 januari 2024 4%.

Het vergoeden van invorderingsrente.
In art. 28a IW is bepaald dat de Ontvanger invorderingsrente vergoedt als niet binnen zes weken na de dagtekening van een daartoe strekkende beschikking een uitbetaling of verrekening is gedaan. Tevens is bepaald dat in beginsel geen rente vergoed wordt over een terugbetaling die het gevolg is van een herziening of vermindering van een reeds betaalde aanslag. Slechts in het geval dat om uitstel van betaling is verzocht en dat door de Ontvanger is afgewezen, zal bij een vermindering of herziening van de aanslag invorderingsrente vergoed worden.
Het percentage van de te vergoeden invorderingsrente was - middels het Besluit belasting- en invorderingsrente - gekoppeld aan het percentage van de wettelijke rente voor niet-handelstransacties met een minimum van 4%. De percentages van de wettelijke rente: vanaf 1-6-2020 tot en met 30-6-2023 4%, vanaf 1-7-2023 tot en met 31-12-2023 6%, vanaf 1-1-2024 7%.

Let op! Bij besluit (Staatsblad 2023, 511) is besloten om de koppeling - middels het Besluit belasting- en invorderingsrente - met het percentage van de wettelijke rente m.i.v. 1 januari 2024 los te laten en het percentage vast te stellen op 4%.

Rentebesluit.
Naast het koppelen van het rentepercentage kunnen op grond van art. 31 IW bij besluit van het College (waterschap: Dagelijks Bestuur) regels worden gesteld voor de bij de berekening van invorderingsrente toe te passen afrondingen en voor het niet in rekening brengen van invorderingsrente die een bij die regeling bepaald bedrag niet te boven gaat. Voorts kunnen bij besluit nadere regels worden gesteld met betrekking tot een doelmatige invordering van invorderingsrente. Voor het vergoeden van invorderingsrente kunnen, behalve m.b.t. decimalen en afrondingen) geen nadere regels worden gesteld.
Heeft u behoefte aan ondersteuning voor het opstellen van een juridisch correct én in de praktijk eenvoudig toepasbaar rentebesluit? Neem contact met ons op!
 

Geert-Jan Dümmer

Geert-Jan is sinds de oprichting van Involon één van de pijlers van ons Kennis- en Opleidingscentrum. Als docent draagt hij zijn uitgebreide kennis en ervaring van onder meer de (dwang)vordering, kwijtschelding en insolventie over. Niet alleen m.b.t. fiscale geldsommen, maar ook over andere bestuursrechtelijke vorderingen. Persoonlijk, deskundig en scherp. Daarnaast geeft hij adviezen, onder meer op het gebied van vast te stellen beleidsregels, de beleidskeuzes voor de kwijtschelding, het toepassen van de invorderingsrente, het schrijven van een incassovisie, procesinrichting en het uitvoeren van een invorderingsscan.

06 55 14 69 1306 55 14 69 13

Heeft dit artikel uw interesse gewekt en wilt u meer informatie of advies van een van onze medewerkers?

Neem direct contact op

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.