Belastingen

Jurisprudentie WOZ

Jurisprudentie08 november 2019De rechtbank is van oordeel dat eiser niet aan de minimale eisen heeft voldaan die aan een bezwaarschrift worden gesteld door enkel te stellen dat hij bezwaar maakt tegen de waardevaststelling, zonder te vermelden of hij de waarde te hoog dan wel te laag vindt. Verweerder heeft het bezwaar van eiser terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep is ongegrond.

De Rechtbank is van oordeel dat belanghebbende niet aan de minimale eisen van artikel 6:5 Awb die aan een bezwaarschrift worden gesteld heeft voldaan, door alleen te stellen dat hij bezwaar maakt tegen de waardevaststelling, zonder te vermelden of hij de waarde te hoog dan wel te laag vindt. Daarbij betrekt de Rechtbank dat de gemachtigde van belanghebbende ter zitting heeft verklaard dat hij ten tijde van het indienen van het bezwaarschrift al wist dat hij de door de heffingsambtenaar vastgestelde waarde te hoog vond. De heffingsambtenaar heeft het bezwaar van belanghebbende volgens de Rechtbank terecht niet-ontvankelijk verklaard. Het beroep van belanghebbende is ongegrond. 

Volledige uitspraak: ECLIU:NL:RBNNE:2019:4327

Heeft dit artikel uw interesse gewekt en wilt u meer informatie of advies van een van onze medewerkers?

Neem direct contact op

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.