Belastingen

Kwijtschelding verlenen aan ondernemers

Actualiteit01 mei 2023In de landelijke media is begin dit jaar ruim aandacht besteed aan de beleidsvrijheid voor gemeenten en waterschappen voor het verhogen van de financiële vermogensnorm bij de kwijtschelding van belastingen. Eind februari verscheen een nieuw bericht van de NOS over een ander aan de kwijtschelding gerelateerd onderwerp: “In de helft van de waterschappen moeten zzp'ers in armoede gewoon belasting betalen”. Hoe zit dat nu met kwijtschelding voor ondernemers?

Algemeen uitgangspunt bij de kwijtscheldingsregeling van belastingen is dat voor persoonlijke belastingen, al dan niet voor zover die het gevolg zijn van de bedrijfsactiviteiten, aan ondernemers slechts in zeer bijzondere situaties kwijtschelding wordt verleend.

Indien aan de belastingschuldige/ondernemer kwijtschelding zou worden verleend voor persoonlijke belastingen treedt de overheid in feite op als financier van de onderneming van de belastingschuldige. De ondernemer van wie de persoonlijke belastingen worden kwijtgescholden, krijgt hierdoor de gelegenheid de financiële middelen, die gebruikt hadden moeten worden voor de voldoening van die belastingschuld, te gebruiken in zijn onderneming. Dit kan leiden tot verstoring van concurrentieverhoudingen, en moet worden voorkomen. Vaste regel is dat kwijtschelding van persoonlijke belastingen, evenals ten aanzien van zakelijke belastingen, alleen plaatsvindt in het kader van een schuldenakkoord tussen de belastingschuldige/ondernemer en alle schuldeisers, waarbij na gedeeltelijke betaling van de schuld finale kwijting volgt.

Vanaf 1 april 2011 hebben medeoverheden de bevoegdheid m.b.t. persoonlijke belastingen het algemene uitgangspunt van een schuldenakkoord met alle schuldeisers ter zijde te schuiven. Binnen een wettelijk kader kan in de kwijtscheldingsverordening geregeld worden dat voor natuurlijke personen die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefenen, voor de belastingen en heffingen die geen verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep, voor de kwijtschelding worden beoordeeld als een ‘gewoon’ natuurlijk persoon; gelijke beoordeling als iemand die inkomen heeft uit loondienst of (sociale) uitkering.

Kwijtschelding vindt dan plaats op basis van de betalingscapaciteit en het aanwezige vermogen. De betalingscapaciteit wordt berekend aan de hand van het gemiddeld per maand te verwachten netto-besteedbare inkomen voor de eerstvolgende twaalf maanden na indiening van het kwijtscheldingsverzoek. In tegenstelling tot werknemers en mensen met een uitkering is bij ondernemers het netto-besteedbare inkomen op het moment dat het verzoek wordt gedaan veelal nog niet in te schatten. In de praktijk kan dit worden opgelost door de belanghebbende van wie wordt vermoed dat hij voor kwijtschelding in aanmerking komt, te vragen te zijner tijd (over een jaar) de gegevens over de betrokken periode over te leggen aan de hand waarvan dan definitief op het kwijtscheldingsverzoek kan worden beslist. In de tijd die ligt tussen indiening en beslissing kan uitstel van betaling worden verleend.

Een belangrijke restrictie is dat het om privé-belastingen moet gaan, dus niet om belastingen die (geheel of gedeeltelijk) verband houden met de uitoefening van het bedrijf of beroep. Dit betekent dat een aanslag rioolheffing die betrekking heeft op de woning van de ondernemer onder de verruimde kwijtscheldingsregels valt. Dit geldt echter niet als sprake is van een woon-winkelpand. Bij gemengd gebruik prevaleert daarom het zakelijke karakter en geldt de regeling van het eerdergenoemde schuldenakkoord.

En dan het bericht de NOS: “Gemeenten en waterschappen mogen ervoor kiezen om ondernemers uit te sluiten van de kwijtschelding, zelfs als ze bijvoorbeeld maar 1000 euro per maand overhouden. Met als gevolg dat ze jaarlijks alsnog honderden euro's kwijt zijn aan lokale belastingen. De Unie van Waterschappen deelde de waterschappen in 2011 al mee dat ze ervoor mogen kiezen om kleine ondernemers onder de kwijtschelding te laten vallen. Toch kiest nog altijd bijna de helft van de waterschappen ervoor om zzp'ers uit te sluiten.”

Het is de beleidsvrijheid van een gemeente en waterschap! Ik ga er van uit dat het bestuur van een gemeente en een waterschap duidelijke argumenten heeft om de kwijtschelding voor privé-belastingen, anders dan in een schuldenakkoord met alle schuldeisers, uit te sluiten. Over die argumenten schrijft de NOS (en andere media) niet.

Maar ik hoor ook wel eens het argument “het is zo’n gedoe voor een kleine groep belastingschuldigen”. Ja, het vraagt een ruime doorlooptijd en expertise voor de beoordeling.
Meer tijd omdat we, voor een beoordeling van de betalingscapaciteit en de bezittingen, de winst en verliesrekening en de IB-aangifte nodig hebben over het kalenderjaar jaar waarin het verzoek om kwijtschelding is ingediend. Vaak moeten we voor die stukken een jaar wachten en intussen uitstel verlenen. Als alles is ontvangen vraagt het deskundigheid om het netto-inkomen te bepalen aan de hand van de IB-aangifte. En IB-aangiften van ondernemers verschillen vaak (denk aan fiscaal partnerschap, bijzondere aftrekmogelijkheden, etc.). Het aan de hand van de winst en verliesrekening controleren van de privé-opnames en het beoordelen van het bedrijfsvermogen (dat in de regel wordt vrijgelaten, is ook niet eenvoudig. Maar dat mag toch geen argument zijn om ondernemers volledig uit te sluiten? Overigens, er zijn medeoverheden die kwijtschelding voor de privébelastingen voor zelfstandigen toestaan met als voorwaarde dat door de gemeente een toewijzend besluit op een ingediend verzoek om een tegemoetkoming op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (het Bbz) is genomen. Deze voorwaarde is terug te voeren op praktische overwegingen. Maar naar het oordeel van de Nationale ombudsman gaat het te ver om aanvragen uit te sluiten als die niet voldoen aan die Bbz-voorwaarde. Immers, de keuze van de gemeente of waterschap voor de verruimde kwijtscheldingsmogelijkheid betekent dat iedere ondernemer de mogelijkheid heeft om kwijtschelding van privébelastingen te vragen. Daarmee verhoudt zich, volgens de Ombudsman, niet dat beleidsmatig er voor wordt gekozen om alleen ondernemers met een Bbz-uitkering de mogelijkheid van kwijtschelding te bieden.

Voor zelfstandig ondernemers geldt, gelijk als iemand in loondienst of met een uitkering of pensioen, een sociaal minimum: het minimale bedrag dat iemand nodig heeft om in het levensonderhoud te kunnen voorzien. Ligt het totale inkomen van een zelfstandig ondernemer (en de partner ) rond het sociaal minimum (als basis het bijstandsniveau) dan komt ook een ondernemer in aanmerking voor de toeslagen op het inkomen, zoals de huur-, zorg- en kinderopvangtoeslag en het kindgebonden budget.

Het is niet meer van deze tijd om te stellen dat bij het verlenen van kwijtschelding van lokale belastingen (anders dan in een schuldenakkoord) de financiële middelen, die gebruikt hadden moeten worden voor de voldoening van die belastingschuld, gebruikt worden in de onderneming en kunnen leiden tot verstoring van concurrentieverhoudingen. Burgers met een laag inkomen komen wel in aanmerking voor kwijtschelding, maar zelfstandig ondernemers niet. Met name startende ondernemers zoals ZZP ers en freelancers hebben het in een startperiode bijzonder moeilijk. Het wordt tijd dat er een eind komt aan deze rechtsongelijkheid. Het gaat tenslotte om de privé-belastingen en niet om de belastingen die verband houden met ondernemingsactiviteiten.

Geert-Jan Dümmer

Geert-Jan is sinds de oprichting van Involon één van de pijlers van ons Kennis- en Opleidingscentrum. Als docent draagt hij zijn uitgebreide kennis en ervaring van onder meer de (dwang)vordering, kwijtschelding en insolventie over. Niet alleen m.b.t. fiscale geldsommen, maar ook over andere bestuursrechtelijke vorderingen. Persoonlijk, deskundig en scherp. Daarnaast geeft hij adviezen, onder meer op het gebied van vast te stellen beleidsregels, de beleidskeuzes voor de kwijtschelding, het toepassen van de invorderingsrente, het schrijven van een incassovisie, procesinrichting en het uitvoeren van een invorderingsscan.

06 55 14 69 1306 55 14 69 13

Heeft dit artikel uw interesse gewekt en wilt u meer informatie of advies van een van onze medewerkers?

Neem direct contact op

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.