De Nationale ombudsman stelt dat het criterium absoluut onmisbaar niet zo uitgelegd kan worden dat alleen aangepaste auto’s hieronder vallen. Dat is volgens de Nationale ombudsman niet in lijn met de wetshistorie of de bedoeling van deze regelgeving. Het is de bedoeling dat een auto vrijgesteld kan worden in de situatie dat de belastingschuldige aannemelijk kan maken dat deze absoluut onmisbaar is in verband met invaliditeit. Daarbij is het van belang dat er geoordeeld wordt naar de specifieke situatie. Door een auto die niet op een medische conditie is omgebouwd per definitie niet als 'absoluut onmisbaar' te beoordelen en daarmee buiten de volledige vrijstelling te laten, wordt geen recht gedaan aan wat er met deze uitzondering wordt beoogd. Ook de waarde van de absoluut onmisbare auto zou niet primair van belang moeten zijn. De waarde zou alleen een rol mogen spelen als deze buiten alle proportie is.
Klik hier voor het volledige rapport Alleen omgebouwde auto’s onmisbaar?