BelastingenAdviserenOpleiden

Check bevoegdheden

Actualiteit09 december 2021Het komt regelmatig voor dat in de beroepsfase blijkt dat een belastingaanslag onbevoegd is opgelegd. Dat geldt ook voor het onbevoegd uitspraak doen op bezwaar.

In de Involon Upd@te van 9 juli 2021 hebben wij hierover reeds gepubliceerd naar aanleiding van een uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland.Aan het eind van het jaar worden veel aanwijzingsbesluiten opnieuw vastgesteld en in januari geldt hetzelfde voor de mandaatbesluiten. Gebruik dit moment om uw aanwijzings- en mandaatbesluit te checken op volledigheid en correctheid, zodat u geen risico loopt tijdens beroepszaken. 

Attributie

Vanuit de schakelbepaling in de Gemeente-, Provincie- en Waterschapswet zijn de regels uit de Algemene wet inzake rijksbelasting, de Invorderingswet en de Kostenwet van toepassing op de lokale belastingen. In deze wetten worden bevoegdheden bij attributie verleend aan de inspecteur, de ontvanger, de deurwaarder en aan de medewerkers van de belastingdienst. De toepassing van de rijksbelastingwetgeving betekent onder meer dat de medewerkers van de belastingdienst mogen werken met persoonsgegevens en verplicht zijn tot geheimhouding. Dit past binnen de grondslagen van de AVG.

Bij gemeenten, provincies en waterschappen moeten de colleges dan wel de dagelijkse besturen ambtenaren aanwijzen in voornoemde functies. Bij de lokale overheden worden hier deels andere functienamen voor gebruikt, namelijk de heffingsambtenaar, de invorderingsambtenaar, de deurwaarder en de medewerkers lokale belastingen. Voor het vaststellen van de WOZ-waarde kan het college ook de heffingsambtenaar aanwijzen. In de praktijk wordt deze ook de WOZ-ambtenaar genoemd. Op basis van deze aanwijzing krijgen deze functionarissen eigen bevoegdheden en verantwoordelijkheden voortvloeiend uit de wet.

Mandaat

Bij mandaat worden bevoegdheden uitgevoerd namens en onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan. De heffings- en invorderingsambtenaar zijn bestuursorganen. Dat wil zeggen dat er zich verschillende situaties kunnen voordoen waarbij de heffingsambtenaar bevoegdheden mandateert, zoals bij het opleggen van aanslagen en het ondertekenen van uitspraken op bezwaar.

Praktijk

Bovengenoemde bevoegdheden worden vastgelegd in respectievelijk het aanwijzingsbesluit én in het mandaatbesluit. Steeds meer organisaties kiezen er voor om deze twee besluiten te combineren tot één besluit of regeling.

Een gemeente heeft gemiddeld 10 belastingverordeningen vastgesteld. De vraag is of voor al deze verordeningen de heffingsambtenaar correct is aangewezen. Dit geldt natuurlijk ook voor het aanwijzen van de invorderingsambtenaar, de deurwaarder en de belastingmedewerkers.

In het geval een gemeente de uitvoering van bepaalde belastingen heeft ondergebracht bij een belastingsamenwerking én een deel zelf blijft uitvoeren, vraagt dit om een zeer precieze aanwijzing. Is de uitvoering ondergebracht bij een belastingsamenwerking, dan is ook belangrijk dat het bevoegd bestuursorgaan deze aanwijzing doet. In het geval werkzaamheden zijn onderbracht bij een marktpartij, zoals een deurwaarder, een belastingcontroleur en de ambtelijke ondersteuning van beiden, is dat eveneens van groot belang. Deze externen dienen ook in het aanwijzingsbesluit te worden opgenomen.

Veel afdelingen binnen een organisatie zijn betrokken bij de uitvoering van de belastingverordeningen, zo ook bij de tarieventabel van de legesverordening. Hierbij doet zich de vraag voor of voor alle belastingen en tarieven het mandaat is verleend voor het opleggen van de aanslag en het doen van uitspraak op bezwaar. En tevens of dit mandaat door het juiste bestuursorgaan is verleend. Dat wil zeggen bijvoorbeeld door de heffingsambtenaar bij het ondertekenen van de uitspraak op bezwaar. De heffingsambtenaar is het bestuursorgaan in deze en niet het college van burgemeester & wethouders. Dat is een veelgemaakte fout.

Risico

Het overheidshandelen mag alléén uitgevoerd worden op basis van een daartoe verleende bevoegdheid. De rechter toetst of bevoegd gehandeld is. Voordat de belastingrechter ingaat op de materiële aspecten van het geschil, moet deze beoordelen of voldaan is aan de formele aspecten. Was de heffingsambtenaar bevoegd om de aanslag op te leggen, de WOZ-beschikking vast te stellen of om uitspraak te doen op bezwaar? Het aanwijzingsbesluit moet daarom altijd aan de rechter worden verstrekt. In het geval er krachtens mandaat is besloten, zal de rechter onderzoeken of deze bevoegdheid correct is vastgelegd.

Constateert de rechter dat er onbevoegd is gehandeld, dan heeft deze verschillende mogelijkheden om dit vormverzuim te laten herstellen. Bijvoorbeeld door tijdens het beroep het incorrect genomen besluit alsnog te laten bekrachtigen door de heffingsambtenaar. Ook kan de rechter kiezen voor een terugverwijzing naar de heffingsambtenaar, om binnen een bepaalde termijn opnieuw uitspaak te doen. Dit kan worden bepaald in combinatie met een veroordeling in het vergoeden van het griffierecht en de proceskosten. Tegen deze nieuwe uitspraak op bezwaar kan men weer opnieuw in beroep komen.

Huib Pijpers

Huib is als adviseur vooral in-house actief bij onze opdrachtgevers. Vanuit zijn gemeentelijke ervaring en als adviseur & interim-manager op het gebied van de lokale belastingen heeft hij veel verschillende opdrachten uitgevoerd. Voorbeelden zijn beleidsadviezen, procesanalyses, organisatieadviezen, AVG-adviezen, begeleiden van afdelingen belastingen voor ISO- certificering en BAG-projecten.

06 55 14 69 1606 55 14 69 16

Heeft dit artikel uw interesse gewekt en wilt u meer informatie of advies van een van onze medewerkers?

Neem direct contact op

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.