BasisregistratieAdviserenDetacherenOpleiden

Criterium “in hoofdzaak tot woning dienend”

Actualiteit31 januari 2022Advies van Advocaat-generaal Wattel aan Hoge Raad inzake woondeel art. 220a en art.220e Gemeentewet. In geschil is of het woonzorgcentrum moet worden aangemerkt als een onroerende zaak die in hoofdzaak tot woning dient als bedoeld in artikel 220a.

Het betreft een woonzorgcomplex voor dementerende ouderen. Het complex bevat meerdere bouwlagen met op iedere verdieping 6 eenpersoonskamers, voorzien van badkamer en toilet, een gezamenlijke woonkamer met keuken, terrassen, gang en bergruimte. De drie gezamenlijke woonkamers zijn voor gemeenschappelijk gebruik en zijn voorzien van keuken, open haard en ingericht met onder meer tafels, stoelen, kasten en televisie. De bewoners hebben geen woonruimte elders, ’s nachts verblijven zij in hun eigen appartement waar zij ook de zorg ontvangen.

Het geschil spitst zich toe op de vraag of de woonkamers met keukens en terrassen dienen tot woning of volledig dienstbaar zijn aan woondoeleinden. “De rechtbank overwoog dat de omstandigheden in het complex niet wezenlijk verschillen van die in een groot gezin, zij het dat er personeel is om de woonbehoefte van de bewoners te ondersteunen. ” De gezamenlijke woonkamers (en de bijbehorende keukens en terrassen) van de onroerende zaak vallen daarom onder het eerste criterium van artikel 220a van de Gemeentewet (“delen van de onroerende zaak die dienen tot woning”). Omdat al aan dat criterium is voldaan, is niet meer van belang of een ruimte al dan niet volledig dienstbaar is aan woondoeleinden.

Het hof heeft het geschiktheidscriterium beslissend geacht. Is de waarde van de onroerende zaak voor 70% of meer toe te rekenen aan delen ervan die naar aard en inrichting bestemd en geschikt zijn om enigszins duurzaam voor menselijke bewoning te dienen? Een toets of de ruimten ook daadwerkelijk als zodanig worden gebruikt (gebruikscriterium) hoeft niet plaats te vinden. Het feit dat in deze ruimten ook zorg wordt verleend doet hier niets aan af. Met andere woorden, dat de ruimte niet volledig dienstbaar is aan woondoeleinden is geen reden deze niet als woonruimte aan te merken. Deze beoordeling staat op gespannen voet met eerdere uitspraken waarbij het gebruikscriterium bepalend was.

De Advocaat-generaal adviseert de Hoge Raad om van één criterium uit te gaan: “tot woning dienen” in zowel artikel 220a als in 220e Gemeentewet. Met omschrijving: ”naar aard en inrichting geschikt om enigszins duurzaam voor menselijke bewoning te dienen én feitelijk die hoofdfunctie hebben” en onderschrijft hiermee de zienswijze van het hof.

Klik hier voor de volledige uitspraak.
 

Marcel Zwartelé

Marcel is de adviseur en docent bij Involon. Marcel is daarnaast ook Functionaris Gegevensbescherming bij Involon. Met zijn ruime ervaring als leidinggevende heeft hij als interim teamleider/ coördinator verschillende opdrachten uitgevoerd.

06 55 76 85 1906 55 76 85 19

Heeft dit artikel uw interesse gewekt en wilt u meer informatie of advies van een van onze medewerkers?

Neem direct contact op

Deze website maakt gebruik van cookies

De noodzakelijke cookies zijn nodig voor het functioneren van de website. De statistiek-cookies verzamelen geen persoonsgegevens en helpen ons de site te verbeteren. Overige cookies zorgen voor een optimaal werkende website inclusief embedded content. Bekijk het cookiebeleid.