Een verblijfsobject in het kader van de Wet BAG kent verschillende criteria waaraan voldaan moet worden. Voor elk gebruiksdoel is aangegeven of er sprake is van aanwezigheid van sanitaire voorzieningen. In het geschil is door de eiser de betreffende ruimte aangeduid met een ‘overige gebruiksfunctie’. Hierdoor heeft de ruimte geen sanitaire voorzieningen nodig conform de Catalogus BAG. De verweerder geeft aan dat de ruimte ondersteunend is aan het grotere geheel (complex) en dus niet functioneel zelfstandig is. Het feit dat de ruimte niet beschikt over basisvoorzieningen is niet in het geschil.
In het oordeel van de rechtbank wordt overwogen dat eisers de ruimte willen gebruiken om te vergaderen en om personen te ontvangen. Ook willen de eisers deze ruimte gebruiken voor opslag van goederen en als archief. Voor een overige gebruiksfunctie wordt gekeken naar het artikel 1.1, tweede lid, van het Bouwbesluit 2012. In de Catalogus BAG zijn omschrijvingen gegeven van de diverse gebruiksfuncties. Onder overige gebruiksfunctie wordt verstaan: "niet in dit lid benoemde gebruiksfunctie voor activiteiten waarbij het verblijven van personen een ondergeschikte rol speelt”. Gezien de overweging om te vergaderen en personen te ontvangen in de onderhavige ruimte oordeelt de rechtbank dat in de ruimte het verblijven van personen niet van ondergeschikt belang is. Men is van plan om personen te ontvangen en te vergaderen in de betreffende ruimte, ergo een ‘kantoorfunctie’. (ECLI:NL:RBROT:2021:1924)
De conclusie van de rechtbank is dat de ruimte niet beschikt over de basisvoorzieningen voor een kantoorfunctie en hierdoor kan de tweede vraag van de beslisboom niet bevestigend worden beantwoord. In de ruimte is geen sprake van aaneengesloten samenhangend gebruik en de rechtsbank verklaart het beroep ongegrond.
Eens te meer blijkt het belang van het correct toepassen van de afbakeningscriteria op basis van het gebruiksdoel en de aanwezige voorzieningen. Tijdens de onderzoeksfase (terugmelding) is het essentieel deze informatie op te vragen bij belanghebbende. De bezwaar- en beroepsmogelijkheid staat namelijk open voor belanghebbenden conform artikel 41 lid 1 Wet BAG.